Ja zo kraait onze Tullepetaon op den elfde van den elfde en beginnen onze Tullepetaonse muzikanten een leutig stukske muziek in elkaar te draaien. Dat gaat allemaal niet zo maar, dat heb ik thuis geleerd. Als klein manneke ging ik mee ons vader mee naar de repetitie van harmonie Erato, daar werd flink gerepeteerd (ook zij hadden een derde helft: “aan de toog”). Ons vader is geboren in het dorp net achter Wouw en vlak voor de grens van Zeeland. Daar wisten én weten ze heel goed hoe carnaval gevierd moet worden. Hij maakte voor ons Dientje en voor mijn zulke mooie carnavalskoppen van papier-maché dat wij gelijk in de prijzen vielen in de optocht van 1959. Dat knutselen had hij natuurlijk geleerd in het dorp waar hij is geboren, het moet gezegd, daar liepen ze voor wat betreft de carnaval toch iets voor op ons Tullepetaonen. Hij kon goed knutselen dat was een, maar hij was ook echt een hele goeie én fanantieke muzikant al zeg ik het zelf. Iedere zondagmorgen ging hij naar de repetitie in de Eratozaal en ik ging (moest) dikwijls mee om zijn muziek om te draaien. Jammer dat zo’n mooie zaal ons is ontnomen. Omdat hij zo fanatiek was werd ons vader uitgenodigd mee te gaan blazen bij de “Graspiepers”. Hij was een all rounder en kon op zo wat alle instrumenten blazen, de bas, de bariton, een trombone of trompet, het maakte hem niks uit, hij kreeg overal muziek uit!
Harrie Voets en Jan Mol kwamen op het idee een Hofkapel op te richten en ons vader werd gevraagd als muzikant daarin mee te denken en daar deed hij maar wat graag aan mee. Zeker gezien het feit dat hij is geboren in het Krabbengat en dat juist hij die Tullepetaonen een deuntje kon gaan laten zingen. Ons vader wist, als muzikant van harmonie Erato dat hij voor de nieuwe Hofkapel zou kunnen gaan putten uit de muzikanten van harmonie Erato! Gelukkig werkten de gevraagde muzikanten mee en ging de samenwerking bijzonder goed. De Hofkapel “de Boerkus van Plezier” was geboren. Nog steeds is een aantal muzikanten bij elkaar al blazen ze niet meer zo actief, maar gezien hun leeftijd chapeau hoor dat ze het clubke nog steeds bij elkaar houden en mekaar nog regelmatig zien.
Jan Mol wist heel goed dat hij die muzikanten in de watten moest leggen en dus zorgde hij ervoor dat ze niks tekort kwamen. Hij wist dat de muzikanten het thuis financieel niet altijd even “breed” hadden en dat ze moeder de vrouw en de kinderkroost niets te kort mochten doen omdat de vaders moesten gaan blazen bij de Hofkapel. Jan zorgde ervoor dat ze financieel geen schade leden en niets te kort kwamen. Immers de muzikanten moesten, tijdens de aanloop periode van drie weken naar de carnaval, vaak snipperdagen opnemen om met zijne Hoogheid mee op route te kunnen gaan.
Dat deden ze steeds met heel veel plezier. Tijdens een bezoek aan het café van Sjef van de Vijver werd in opdracht van Prins Jan den eerste door de hofkapel het lied vertolkt “Sjef van de Vijver is kampioen” op de wijs van Jamboree. De wat oudere Tullepetaonen kunnen zich dat lied vast nog wel herinneren.
In negentien zeventig stond Jan Mol met Leo Nieuwlaat aan de wieg van de Tullepetaone kapel. Het was Jan zijn elfde en laatste jaar als Hoogheid en in overleg met Leo kwamen ze tot de conclusie dat, nu de Roosendalers tijdens de carnaval Tullepetaonen waren, er ook een Tullepetaone kapel moest komen. Als we nu goed tellen bestaat de Tullepetaone kapel dit jaar 44 jaar! In het jaar negentienhonderd zes en tachtig won de Tullepetaone kapel het liedjesfestival met het nummer “Das pas bouwe” en werd ze dat jaar Hofkapel. Dit heeft ze een en twintig jaar vol gehouden. De Tullepetaone kapel heeft onder leiding van Leo Nieuwlaat twee en twintig jaar lang de sluiting Tullepetaonestad muzikaal omlijst.
In de aanloop naar de carnaval wordt door veel bands én door veel Tullepetaonen een kapellenfestival, een evenementen en/of een concert georganiseerd. Daarnaast heeft Tullepetaonestad diverse bands en kapellen die zich beschikbaar stellen voor onze Hoogheid. Wat zou ons vader op zijn wolkje het toch leutig vinden mocht er weer een Hofkapel op staan die zich ten aller tijden beschikbaar stelt voor onze Hoogheid Prins Ruben den eerste.